Verkorte Mythe en geschiedenis van Ayurveda

 

Vele eeuwen geleden droeg de schepper-god Brahma de verzen van de geneeskunde bij zich. Via de godheid Prajapati kwam de kennis terecht bij de hemelse genezers, de Ashwin tweelingbroers. Zij gebruikten hun geneeskunde om de goden en helden te genezen. Op hun beurt gaven zij hun kennis door aan de god Indra. Hij verbleef hoog in de bergen in het Himalayagebergte, waar hij de geneeskunde bewaarde. Onder de mensheid braken ondertussen steeds meer ziektes en kwalen uit. Men wist dat in het gebergte Indra de geneeskundige kennis bewaarde. Bij een samenkomst van artsen waar de problemen werden besproken, stond Bharadwaja op naar Indra te reizen en hem te vragen de kennis over te dragen. Hij beklom het gebergte en ontving de geneeskundige verzen van Indra. Terug in de bewoonde wereld onderwees Bharadwaja de geneeskunde en verspreidde zijn kennis onder de artsen. Een van de leerlingen van de arts Atreya, Agnivesha schreef de kennis op en zo ontstond de Agnivesh Samhita ( = boekwerk ). Dit boekwerk ging verloren maar de kennis bleef via de orale traditie bestaan en werd uiteindelijk door de arts Charaka weer opgeschreven. De Charaka Samhita is een van de drie belangrijkste boekwerken in de Ayurveda. Sushruta schreef de Sushruta Samhita. Hij was leerling van Dhanvantari, godheid, arts en koning van Benares, hij had zijn kennis ook van Indra ontvangen om gezondheid onder de mensen te brengen.